top of page

Verslag netwerkbijeenkomst

 

Door: Margit van der Meulen, Movisie

Opening door Susanne Kruys

 

Doel is het uitwisselen van ervaringen over de relatie tussen zelfregie en zingeving, met mensen die daar in de praktijk mee werken. Waarbij we zowel oog willen hebben voor de aanpak binnen de zorg voor volwassenen als de aanpak binnen de jeugdhulp. 

 

De centrale vraag is: hoe maak jij het werken met zingeving concreet? 

We gebruiken liever de term zingeving dan de term spiritualiteit. Over spiritualiteit wordt verschillend gedacht. De verwachtingen verschillen meer. Vandaar de keuze voor de term zingeving. 

Deze middag gaan we zingeving verkennen aan de hand van vragen. Wat is zingeving persoonlijk? Wat is het in de interactie met anderen? En wat betekent zingeving in ons werk? 

 

De vragen die we ons daarbij stellen zijn de volgende:

  1. Wat betekent / is zingeving voor je?

  2. Wanneer heb je voor het laatst zingeving ontvangen? 

  3. Wanneer heb je voor het laatst zingeving gegeven? En wat was in beide gevallen het zingevende er aan?

 

Op basis van deze vragen gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek. Deze uitwisseling leidt de workshop in. In de workshop gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek aan de hand van een werkvorm. We associëren allemaal bij een beeld van Marc Chagall. Met vragen uit de werkvorm komen we op de waarden rond zingeving en de manier waarop we die in ons werk inzetten. En of we wensen hebben om dat te verstevigen. Met de voorwaarden die daarvoor gerealiseerd moeten zijn. 

De workshop heeft voor iedereen geleid tot een scala aan inzichten. Inzichten die nodig zijn om aan zingeving te werken. 

 

Opbrengsten workshops

 

  • Verwonderen

  • Zonder oordeel

  • Ontwikkelingsgericht

  • Wat zijn je innerlijk gevoelde waarden + drijfveren? 

  • Ont-moeten van mens tot mens; werkelijk contact; aandacht

  • Persoonlijk; van hart tot hart

Betrokkenheid is van groot belang bij het ontwikkelen van zelfgevoel. Het is essentieel! Voor het gebrek aan identiteit toont ze de film ‘Words’ van Ane Brun, Deze film gaat over de bestaanrand, het voorstadium van bestaansleegte. Hoe een persoon in de isoleercel op een creatieve manier haar gevoelens en gedachten probeert  te verwerken om te voorkomen dat ze in de bestaansleegte terecht komt. Ze is op zoek naar haar zelfgevoel, om zichzelf te kunnen helen.

 

In een hulpverleningssetting benoemt Monique haar werkwijze als volgt:

  • De vrager komt bij de helper.

  • De helper kan aansluiten bij de vrager. 

  • Dit roept bij de vrager de universele behoefte op aan hechting. 

  • De vrager wil  hechten aan helper en komt hierdoor in drie rouwprocessen terecht. 

 

De hulpverlener begeleidt deze processen door o.a. het benoemen van de overdracht zodat de Vrager zijn zelfgevoel gaat ontwikkelen. De drie rouwprocessen zijn:

  1. De gemiste kans als kind.

  2. Dat je als volwassene niet weet hoe overlevingspatronen te doorbreken.

  3. De vrager ervaart dat de hechting aan de Helper niet hetzelfde is als in een hechtingsrelatie met een ouder.

 

Wil je als Helper dit proces goed kunnen begeleiden dan is het nodig dat je:

  • Weet wat bestaansleegte is.

  • Weet wat  Zelfgevoel is.

  • Weet wat je hechtingsstijl is.

  • Weet dat het toenemen van overlevingsmechanismen een poging tot hechten is, een transformatieproces.

 

Als illustratie bekijken we het filmpje over twee vliegen, ‘Miniscule’, van Philippe Delarue. 

 

Afsluiting door Susanne Kruys

 

Susanne haalt vier essenties aan uit de lezing van Monique:

  1. Het belang van veiligheid

  2. De relatie en de ontmoeting

  3. Het belang van het verhaal achter de symptomen

  4. Het belang van zingeving voor zelfgevoel en ontwikkeling 

 

Er zijn goede opbrengsten om mee verder te kunnen. Ook zijn er een aantal concrete behoeften genoemd om mee verder te gaan. LOC, Movisie en 4DZelfzorg zorgen voor een vervolg hierop.  

Concrete behoeften

 

  • Niet patiënt, maar mens

  • Tevoorschijn luisteren

  • Accepteren “ik mag er zijn”

  • Uniciteit -  gezien worden

  • Verbondenheid met elkaar

  • Vertrouwen geven

  • Vanuit eigen ervaring werken

  • Goed geankerd ⇒ zelfregie

  • Tijd en ruimte voor jezelf

  • Kwetsbaar + krachtig

  • Betekenis aan lijden geven

  • Veilige + inspirerende omgeving

  • Concrete werkplaats creëren

  • Hulpverleners inspiratie van elkaar

  • Aanraken? = taboe: lichamelijk contact is taboe, wel heel belangrijk!!

  • Ook voor jeugd!

  • Werkplaats

  • Bijeenkomsten organiseren

  • Hoe samenwerken? Contact met anderen maken.

  • Krachten bundelen; platform

  • Hoe lobbyen naar cliënt? Deze vraag moet je omdraaien: hoe kom je bij je cliënt? Je kunt het beste letterlijk in gesprek gaan. Ontmoeting creëer je door bijeenkomsten. 

  • Persoonlijke ervaringen van mensen deskundig inzetten en onder woorden brengen. Belangrijk: hoe vorm geven in contact met de cliënt? 

 

Lezing Monique de Heij

 

Monique werkt met integratieve psychotherapie. Zij vertelt dat ze als jongvolwassene een psychose heeft gehad, waarin ze zowel de associatieve toestand heeft ervaren als bestaansleegte en Oerleegte. Juist door deze alle drie achter elkaar te hebben ervaren werd voor haar duidelijk hoe belangrijk een zelfgevoel is, de innerlijke samenhang, die je door hechting vormt.

Het zelfgevoel waarmee de mens de bestaansleegte kan verdragen, inspiratie kan vasthouden, gevoelens kan verteren, zichzelf kan troosten, steunen en rouwen, maar ook om het zelfgevoel te kunnen loslaten. Immers wanneer je geen zelfgevoel hebt ontwikkeld kun je deze ook niet loslaten tijdens de tijdloze overgave. Het moment waarin de mens geen tegenstrijdigheden meer ervaart, zonder oordeel is, met een scheppende beweging. Als de ouder kan aansluiten op het kind kan het kind in het heden voelen, ervaren dat hij bestaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bottom of page